ONRUSTIGE TIJDEN
IN GOEDE EN IN SLECHTE TIJDEN
HEER, U WIL IK PRIJZEN
WIE MIJ ONRECHTVAARDIG BEHANDELD
HEER, IK WIL U PRIJZEN
WIE MIJ VEROORDEELD
HEER IK WIL U PRIJZEN
WIE KWAAD OF LEUGENS OVER MIJ SPREEKT
HEER IK WIL U PRIJZEN
DOOR ELKE STORM VAN HET LEVEN
HEER IK WIL U PRIJZEN
IN WAT VOOR OMSTANDIGHEDEN IK KOM
IN WAT VOOR OMSTANDIGHEDEN IK BEN
HEER IK WIL U PRIJZEN
U BENT GROTER DAN MIJN OMSTANDIGHEDEN
NIETS KAN MIJ SCHEIDEN VAN UW LIEFDE
U BENT MIJN HEMELSE RECHTER
U BENT MIJN HEMELSE ADVOCAAT
U BENT MIJN HEMELSE RECHTER
U BENT MIJN HEMELSE ADVOCAAT
HEER IK WIL U PRIJZEN
AMEN
Psalmen 34
22 Een slecht mens komt om door eigen kwaad,
wie een rechtvaardige haat zal boeten,
23 de HEER redt het leven van zijn dienaren,
nooit zal boeten wie schuilt bij hem.
Romeinen 8
De zekerheid des geloofs
31 Wat zullen wij dan van deze dingen zeggen? Als God vóór ons is, wie zal tegen ons zijn? 32 Hoe zal Hij, die zelfs zijn eigen Zoon niet gespaard, maar voor ons allen overgegeven heeft, ons met Hem ook niet alle dingen schenken? 33 Wie zal uitverkorenen Gods beschuldigen? God is het, die rechtvaardigt; 34 wie zal veroordelen? Christus Jezus is de gestorvene, wat meer is, de opgewekte, die ter rechterhand Gods is, die ook voor ons pleit.
35 Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking of benauwdheid, of vervolging of honger, of naaktheid, of gevaar, of het zwaard?
36 Gelijk geschreven staat:
Om Uwentwil worden wij de ganse dag gedood,
wij zijn gerekend als slachtschapen.
37 Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem, die ons heeft liefgehad.
38 Want ik ben verzekerd, dat noch dood noch leven, noch engelen noch machten, noch heden noch toekomst, noch krachten, 39 noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Here.